Overzicht verbonden partijen

Het werkvoorzieningschap is van oorsprong gericht op de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). De Risse Groep ondersteunt de gemeenten bij de uitvoering van hun re-integratietaken op grond van de Participatiewet. De doelgroep bestaat uit personen met een afstand tot de arbeidsmarkt zoals mensen met een indicatie beschut werk, bijstandsgerechtigden, statushouders en niet-uitkeringsgerechtigden.

• Risse Groep is volop bezig met de transitie van sociaal werkbedrijf naar een ontwikkelbedrijf, conform de vier ontwikkellijnen die in de Toekomstvisie Risse Groep 2021-2030 'Samen maken we werk van talent' zijn vastgesteld.
• Externe ontwikkelingen zorgen de komende jaren structureel voor extra kosten, zoals de loonstijging in de CAO-Wsw, de CAO aan de Slag en prijsstijgingen van gas en elektriciteit.
• Intern zijn er extra investeringen nodig voor inzet op het gebied van P&O, applicatiebeheer en verzuimcoördinatie. Deze investeringen zijn noodzakelijk om een robuuste en flexibele uitvoeringsorganisatie te realiseren.
• Risse Groep wil doorontwikkelen tot een toekomstbestendige, robuuste en wendbare organisatie. Daarom wordt er vanaf 2025 geïnvesteerd in de noodzakelijke verduurzaming van het gebouw op Risseweg 8. In dit kader van deze verduurzaming zal er van 2025 tot en met 2029 in totaal € 4 miljoen geïnvesteerd worden. De noodzakelijke verduurzaming en de ontwikkelopgave voor Risse Groep zijn randvoorwaarden om te bouwen naar een ontwikkelcampus.
• Vanaf 2025 ontvangen gemeenten jaarlijks een impulsbudget om de infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven te versterken. Dit begint met € 35 miljoen in 2025 en loopt af naar € 19,8 miljoen in 2034. Dit impulsbudget wordt als decentralisatie uitkering verstrekt aan gemeenten en wordt verdeeld op basis van de maatstaf ‘doelgroepenregister gemeentelijke doelgroep’. Deze maatstaf omvat de doelgroep die begeleiding of werk uit de sociale infrastructuur nodig heeft en sluit daarom het best aan op het doel van het impulsbudget.

In de veiligheidsregio Limburg-Noord wordt samengewerkt door verschillende besturen en diensten bij de uitvoering van taken op het terrein van brandweerzorg, rampen- en crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening en publieke gezondheid. De veiligheidsregio is een samenwerkingsverband dat wordt bestuurd door de 15 deelnemende gemeenten in Noord en Midden-Limburg. Tevens is de veiligheidsregio een samenwerkingsverband tussen de politie, gemeenten, defensie, waterschappen, Rijkswaterstaat, Ambulancezorg Limburg en Prorail. Het doel van de samenwerking is om gezamenlijke voorbereidingen te treffen en de aanpak van een ramp of crisis gecoördineerd tot stand te brengen.

• In deze beleidsperiode (2024-2027) werkt de VRLN verder toe naar een flexibele, informatie gestuurde en robuuste brandweerorganisatie, om snel en adequaat incidenten te kunnen blijven bestrijden en risicogericht te adviseren.
• Daarnaast versterkt de VRLN crisisbeheersing naar een flexibele en robuuste organisatie, die in de koude en lauwe fase in leiding, coördinatie en informatiemanagement voorziet en komt met handelingsperspectieven voor inwoners, betrokkenen en (keten)partners. Daarnaast is er een geborgde crisisorganisatie voor de warme fase.
• De continuïteit en kwaliteit van de wettelijke taken van de GGD staan structureel onder druk, waardoor deze niet naar behoren uitgevoerd kunnen worden. Het budget voor GGD Limburg-Noord was de afgelopen jaren niet meegegroeid met de uitbreiding en intensivering van de wettelijke taken, waardoor achterstanden zijn ontstaan. Samen met de gemeenten is in 2024 gestart met een versterkingstraject: 'Toekomstbestendige GGD'.

De Gemeenschappelijke Regeling Regionale Uitvoeringsdienst Limburg-Noord (GR RUD LN) bestaat uit de 15 Noord- en Midden-Limburgse gemeenten en de Provincie Limburg. Dit samenwerkingsverband zorgt voor de uitvoering van minimaal de wettelijke basistaken zoals deze zijn benoemd in het Besluit Omgevingsrecht. Naast deze verplichte basistaken die door alle deelnemers zijn ingebracht, hebben de deelnemers de keuze om meer (milieu)taken in te brengen bij de RUD LN. De gemeente Weert brengt breed de uitvoeringstaken milieu in bij de RUD LN.

• Naar aanleiding van de bevindingen van de commissie Van Aartsen, waarbij geconcludeerd werd dat de omgevingsdiensten beter moesten gaan functioneren, hebben alle betrokken partijen hiervoor plannen ontwikkeld. Deze zijn vertaald in het landelijk Interbestuurlijk Programma VTH (IBP VTH). De RUD LN is in lijn met dit programma de huidige organisatie aan het doorontwikkelen.
• Daarnaast heeft de RUD LN een organisatietraject ingang gezet om vanuit de huidige netwerkorganisatie conform de landelijke robuustheidscriteria een robuuste omgevingsdienst te gaan worden. Hiervoor heeft men een plan van aanpak opgesteld, dat op 17 oktober 2024 in het Algemeen Bestuur akkoord is bevonden. Dit plan van aanpak heeft tot doel om per 1 april 2026 een robuuste omgevingsdienst te hebben gerealiseerd in Noord- en Midden-Limburg dat voldoet aan de landelijke criteria.
• Inmiddels is een programmamanager aangesteld, een projectteam gevormd en is een bedrijfsplan op hoofdlijnen tot stand gekomen. Verder zijn de eerste stappen gezet middels het formeren van werkgroepen om uitvoering te gaan geven aan dit plan.

Omnibuzz is voor inwoners van Weert verantwoordelijk voor het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) in het kader van de Wmo 2015, het leerlingenvervoer en het Jeugdwetvervoer. Dat betekent dat inwoners met een mobiliteitsbeperking hier gebruik van kunnen maken, leerlingen voor wie de school te ver weg ligt of die door een structurele beperking niet zelf naar school kunnen reizen, of de beperkte groep jeugdigen waarvoor het Jeugdwetvervoer niet via de contracten gespecialiseerde jeugdhulp zijn geregeld. De kosten voor het CVV worden uit het Wmo budget voldaan. De kosten voor het leerlingenvervoer worden uit het budget leeringen-/gymvervoer voldaan. De kosten voor het Jeugdwetvervoer worden uit het jeugdhulp budget voldaan.

Vanuit het doel ‘het bieden van de beste service op het gebied van (aangepast) vervoer’ werkt Omnibuzz aan het bieden van ((collectieve) maatwerk-) oplossingen voor vervoersvragen van inwoners.

• Er is bij de taxibedrijven voor het Wmo-vervoer sprake van een chauffeurstekort.
• Er wordt door Omnibuzz een groeiende zorgbehoefte bij Wmo-klanten gezien. De toename van personen met verward gedrag (onder andere dementie) binnen de doelgroep heeft gevolgen voor de uitvoering van het vervoer en de dienstverlening aan klanten via de telefoon bij Omnibuzz. Het uitvoeren van ritten en het verwerken van rit- en informatieaanvragen kosten hierdoor gemiddeld meer tijd.
• Er wordt door Omnibuzz verkend wat de mogelijkheden zijn voor publieke mobiliteit, waarbij het openbaar vervoer en Wmo-vervoer worden geïntegreerd. Dit om het hoofd te bieden aan de toenemende druk op het Wmo-vervoer en (dubbele) vergrijzing.

BsGW draagt zorg voor het heffen en innen van alle lokale belastingen (gemeentelijk en voor waterschappen) en beheert de authentieke basisregistratie WOZ (administratie en waardering). Het takenpakket bestrijkt het taakveld van advisering en opstellen van conceptverordening(en), de opbouw van benodigde basisregistraties en het opleggen en innen van de aanslagen tot en met de dwanginvordering. Afhandeling van klantreacties gedurende al deze processtappen behoort eveneens tot het takenpakket.

BsGW is sterk gericht op kostenbeheersing en structurele kostenbesparing (OOP, organisatie- en ontwikkelplan) ). Dit plan beoogt met ingang van 2028 een structurele kostenbesparing op de bedrijfsvoering van € 1,3 mln. op jaarbasis. BsGW investeert als kwaliteitsorganisatie eveneens continu in de ontwikkeling van kennis en resultaatbewustzijn van zijn medewerkers. Dit wordt aangetoond via een presentatie van bestuurlijk vastgestelde kwaliteitsnormering (ISO - niveau) in de bestuursrapportages per kwartaal.

• Het project herijking dienstverleningsovereenkomst (mede naar aanleiding van de nieuwe Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 juli 2024).

Het doel van de samenwerking is een flexibelere, efficiëntere en professionelere dienstverlening op het gebied van Informatie en Communicatie Technologie (ICT). In de BVO vormen de gemeenten samen één bestuurslaag: het bestuur. De deelnemende gemeenten zijn: Roermond, Venlo, Weert, Nederweert, Asten en Someren.

• Verbeteren algemene dienstverlening.
• Er wordt een structuur opgezet vanuit Servicemanagement en Accountmanagement om te werken aan continue verbetering van onze dienstverlening.
• Functioneel Beheer M365 wordt verder uitgebreid en geborgd in onze dienstverlening, naarmate er meer gemeenten overstappen naar het platform.
• Nu de basis op orde is voor Team Infra gaan we verder met het versnellen van de realisatie van innovatie. Een nauwe samenwerking tussen innovatie & advies en infra is hierbij evident.

De MGR verricht werkzaamheden voor de 14 gemeenten in Noord en Midden-Limburg. De taken (module 2 'Beschermd Wonen, Maatschappelijke Opvang en Bemoeizorg & Preventie') betreffen:

• Het beheer van het regionale budget: in hoofdlijnen betreft dit het ophalen van ontvangen rijksmiddelen bij de gemeenten, bekostigen van zorgaanbieders en regionale taken, afrekenen met gemeenten en aanbieders.
• Het monitoren van ontwikkelingen binnen dit domein.
• Het verzorgen van de financiële rapportages op bestuurlijk en ambtelijk niveau.
• Het verzorgen van de regionale beleidscoördinatie op dit domein.
• Het coördineren en ondersteunen van gemeentelijke toegangen.

Daarnaast wordt de inzet in het kader van het contractbeheer, contractmanagement en datamanagement die betrekking heeft op deze taken doorbelast aan alle deelnemers.

• Er vindt een inhoudelijke doorontwikkeling plaats van de gemeenschappelijke regeling. De ingangsdatum van de nieuwe regeling is 1-1-2026. Midden-Limburg heeft zich voorgenomen om voor de bedrijfsvoeringstaken (inkoop, contractmanagement, contractbeheer, datamanagement, financieel beheer, business control, toezicht kwaliteit en rechtmatigheid) aan te sluiten bij module 1 van de MGR. Besluitvorming hierover loopt.
• In 2024 heeft de MGR een tarievenonderzoek uitgevoerd. De uitkomsten hiervan zijn verwerkt in een tariefvoorstel voor 2026. Hierbij sluiten we aan de bepaling uit de AMvB's reële prijzen Jeugdwet en Wmo.  
• In 2025 is het Uitvoeringsplan 2026-2028 vastgesteld. Hierin staan 4 thema's centraal: doorontwikkeling van de uitvoeringstaken van de MGR, verduidelijking van taken en rollen in de uitvoering tussen MGR en gemeenten, nieuwe afstemming organiseren tussen toegang, beleid en de MGR en tot slot een integratie van de uitvoeringstaken van de MGR voor Midden-Limburg en Noord-Limburg.

Enexis beheert het energienetwerk in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland en verzorgt de aansluiting van ongeveer 3 miljoen huishoudens, bedrijven en overheden. De netbeheerderstaak is een publiek belang en wordt wettelijk geregeld met toezicht van de Autoriteit Consument en Markt (ACM).

Energietransitie
De rol van Enexis is essentieel voor versnelling van de energietransitie.
Enexis is een strategische partner voor het kunnen behalen van de doelstellingen ten aanzien van broeikasgasreductie en duurzame opwekking. Om de transitie te realiseren moet er worden overgegaan van een centraal gestuurd, fossiel energiesysteem naar een decentraal, duurzaam energiesysteem.

Door de toename van zonnepanelen, warmtepompen en elektrische auto’s/bussen neemt de druk op het stroomnet toe. Het elektriciteitsnet begint op steeds meer plekken vol te raken.
Om de structurele toename van vraag en aanbod van energie voor huishoudens en bedrijven mogelijk te maken moet Enexis de netten op veel plaatsen verzwaren en uitbreiden of efficiënter gebruiken. Maar vooralsnog lopen de wachtlijsten voor aansluitingen verder op.
Sinds 2024 zijn er twee belangrijke instrumenten waarmee maatschappelijk relevante organisaties hoger op de wachtlijst kunnen komen. Met het Prioriteringskader van de ACM kunnen scholen, ziekenhuizen en andere maatschappelijke projecten voorrang krijgen. Via het provinciale Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (pMiek) en provinciale energievisies wordt duidelijk welke grote projecten als eerste aan de beurt komen. Dit gebeurt op basis van de prioriteiten die Enexis samen met de provincie heeft gesteld.

Actualisatie Dividendbeleid
Het dividendbeleid beleid maakt onderdeel van het beleid dat Enexis voert voor de financierbaarheid van de energietransitie. Enexis hanteert voor de boekjaren met ingang van 2025 een dividendbeleid van 50% van de nettowinst uit gewone bedrijfsvoering met een maximale uitkering van € 100 miljoen, onder de voorwaarde dat deze uitkering er niet toe leidt dat Enexis binnen vijf jaar haar A rating profiel kan verliezen. In de begroting 2026 is het maximale dividend van € 76.800 geraamd.
Het plafond zal met ingang van boekjaar 2026 jaarlijks worden geïndexeerd met het door het CBS gepubliceerde CPI-index jaarcijfer over het betreffende boekjaar. Het dividendbeleid zal periodiek worden geëvalueerd en zo nodig herzien. De eerste keer zal zijn na drie jaar.

De kerntaak van WML is het duurzaam en doelmatig leveren van leidingwater aan inwoners, bedrijven en (overheids)instellingen in Limburg. Drinkwater van uitstekende kwaliteit, 24 uur per dag en met de juiste druk.
WML stelt de openbare drinkwatervoorziening veilig, beschermt bronnen en stimuleert duurzaam gebruik van water.

De drinkwatervoorziening is een taak van publiek belang, daarom zijn de aandelen in handen van de provincie en de gemeenten. De provincie bezit 21,8 % van de aandelen en de overige aandelen zijn verdeeld over de 31 gemeenten van Limburg. Gemeente Weert bezit met 18 aandelen 3,6% van het totale aantal aandelen.

Klimaatverandering, waterschaarste en een stijgende watervraag
Door klimaatverandering komen langdurige perioden van extreme hitte en droogte voor, net als hevige regenbuien. Dit heeft impact op de kwaliteit en kwantiteit van het (drink)water. Door toename van de bevolking en economische groei stijgt de vraag naar drinkwater.

Verslechtering van de kwaliteit van de drinkwaterbronnen en oppervlaktewater
Vervuiling van oppervlakte- en grondwater leiden tot een verslechtering van de kwaliteit van de drinkwaterbronnen. Vooral de vervuiling van het oppervlaktewater leidt tot een toename van de innamestops en tot druk op de bronnen voor drinkwaterproductie.

Waterbesparing- watertransitie
In het nationaal plan van aanpak drinkwaterbesparing wordt uitgegaan van een verlaging van het drinkwatergebruik van 125 naar 100 liter per persoon per dag in 2035. Ook grootverbruikers moeten hun drinkwatergebruik met 20% reduceren. Het programma Zuinig op Water en met o.a. de daarin voornamelijk op de huishoudelijke klant gerichte actie ‘Rustig aan met de kraan’ is hierop gericht. Het bewustzijn dat waterbesparing nodig is, is nog heel laag en behoeft verbetering.
Recent heeft WML samen met de provincie Limburg het ‘Programma Limburgs Drinkwater’ gepubliceerd. Het gaat over de drinkwatervraag van 2030-2050 en hoe WML samen met de provincie hiervoor moet gaan zorgen.
In breder perspectief is er een watertransitie nodig, een fundamentele verandering van watervraag- en aanbod én inrichting van het watersysteem. Om drinkwater beschikbaar te houden zijn naast waterbesparing, forse investeringen nodig en meer dan ooit een intensieve samenwerking met de betrokken waterketenpartners, overheden en stakeholders.

Verandering in het politieke en maatschappelijke speelveld
Wijzigende wet- en regelgeving op onder andere bodem en natuur (o.a. stikstof) zijn van invloed op de vergunningen, er is een sterke publieke opinie over (de toepassingen van) drinkwater, de complexiteit van de (inter)nationale opgaven neemt toe.

De winst van WML bedroeg in 2024 € 11,5 miljoen (2023: € 4,5 miljoen) en is toegevoegd aan het eigen vermogen ter versterking van de financiële positie. Deze versterking is noodzakelijk voor de forse investeringen die nodig zijn.

De BNG is er voor het publieke domein en het publieke belang.
Onder het publieke domein rekent de BNG:
·   De Nederlandse overheid, de provincies, de gemeenten en de waterschappen.
·   Organisaties die een overheidstaak uitvoeren zoals woningcorporaties, zorg- en onderwijsinstellingen.
·   Organisaties waarvan het aandelenkapitaal voor de helft of meer door de overheid wordt verschaft en/of activiteiten waarvoor de overheid 100% garant staat.
Het doel van BNG is: Gedreven door maatschappelijke impact. Bij BNG draait het niet om zoveel mogelijk winst, maar om maximale maatschappelijke impact. Dat is de drijfveer van BNG.
De BNG streeft hierbij vanuit haar strategie ‘Ons Kompas Naar Impact’ meetbare effecten na bij hun klanten ten aanzien van: goede gezondheid en welzijn, kwaliteitsonderwijs, betaalbare en duurzame energie, duurzame steden en leefomgevingen en klimaatactie.

Het eigenaarschap van gemeenten, provincies en de Staat, en het door de statuten beperkte werkterrein van de bank, bieden financiers het vertrouwen dat het risico van kredietverlening aan dit instituut zeer beperkt is. BNG bundelt de uiteenlopende vraag van klanten tot een beroep op de financiële markten dat aansluit op de behoefte van beleggers wat betreft volume, liquiditeit en looptijd. Door de combinatie van beide elementen heeft de bank een uitstekende toegang tot financieringsmiddelen tegen zeer scherpe prijzen, die worden doorgegeven aan decentrale overheden en andere instellingen in het publieke domein. Dat leidt voor de burger uiteindelijk tot lagere kosten voor tal van voorzieningen.

De aandeelhouders hebben zeggenschap in BNG via het stemrecht op de aandelen die zij bezitten (een stem per aandeel van EUR 2,50).

Ieder jaar wordt door de bank dividend uitgekeerd. In overeenstemming met het beleid keert de bank dividend uit als percentage van de nettowinst, beschikbaar voor aandeelhouders, waarbij zij streeft naar een zo stabiel mogelijk uitkeringspercentage.

Over 2024 realiseerde BNG Bank een nettowinst na belastingen van € 294 miljoen (2023: € 254 miljoen). 48% van de winst werd uitgekeerd als dividend. Gemeente Weert ontving over 2024 € 103.862 dividend (€ 2,51 per aandeel). Dit bedrag is ook in de begroting 2026-2029 opgenomen. Ondanks uitdagende marktomstandigheden bleef de kredietvraag groot, vooral vanuit woningcorporaties. Dit resulteerde in € 11,7 miljard aan nieuwe langlopende leningen.

De ESG-obligaties hebben in 2024 een hoger bedrag opgeleverd en is een bevestiging voor de leidende rol in ESG-funding. De opbrengsten worden ingezet voor betaalbare, energie-efficiëntere sociale woningen en duurzame en sociale activiteiten van gemeenten. ESG staat voor Environmental, Social, and Governance, oftewel Milieu, Maatschappij, en Bestuur.

Als het kennis- en expertisecentrum voor haar leden is Inkoopcentrum Zuid gericht op innovatieve en creatieve oplossingen voor inkoopvraagstukken. Het bevorderen van samenwerking van haar leden creëert meer mogelijkheden voor optimaal en maatschappelijk verantwoord inkopen, slim gebruikmakend van de ruimte die de wet- en regelgeving biedt. Ook sluit Inkoopcentrum Zuid zelfstandig raamovereenkomsten, waaraan leden kunnen deelnemen. Leden die tijdelijk behoefte hebben aan een (parttime) inkoopspecialist in eigen huis, kunnen daarvoor terecht bij Inkoopcentrum Zuid.

Cordale Procurement Management voert interim de directiefunctie uit en voert tevens een kwalitatief onderzoek uit met betrekking tot de inrichting van de inkoopfunctie van de inkoopsamenwerking op langere termijn. Het onderzoek is de aanzet tot een plan waarbij een doorkijk wordt gegeven met keuzes die gemaakt dienen te worden om de beoogde ambitie van het ICZ te behalen. Dit plan zal gericht zijn om te komen tot een passende inrichting van de inkooporganisatie, aansluitend bij de huidige en mogelijke nieuwe (regionale) leden.
Naar aanleiding van de resultaten uit het onderzoek wordt eind 2025 een nieuwe dienstverleningsovereenkomst verwacht.