Paragrafen

Financiering

In deze paragraaf wordt het financieringsbeleid voor 2026 en verder toegelicht. De uitvoering van dit beleid vindt plaats binnen de kaders zoals die zijn vastgelegd in de Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido), in de financiële verordening en in het treasurystatuut. Hierbij staan transparantie en risicobeheersing centraal.

Belangrijkste conclusies uit de paragraaf financiering:

  • voor de uitvoering van de investeringen worden naar verwachting geen nieuwe langlopende geldleningen aangetrokken;
  • na de laatste verlaging van de rente voor kort geld in juni 2025 tot 2% wordt er dit jaar door de markt mogelijk in december nog een verlaging van maximaal 0,25% verwacht. De rente van langlopende leningen schommelt onder invloed van de  geopolitieke ontwikkelingen en bevindt zich medio 2025 rond de 3,3% (20 jaar, lineair);
  • er worden  met ingang van 2026 structurele rentebaten voor het uitzetten van kort geld (schatkistbankieren en eventuele leningen aan decentrale overheden) opgenomen. In het overzicht van het saldo van de financieringsfunctie zijn deze baten verwerkt.;
  • de kasgeldlimiet en de renterisiconorm blijven binnen de wettelijke normen;
  • het renteresultaat blijft binnen de bandbreedte die het BBV hiervoor stelt.
Deze pagina is gebouwd op 09/11/2025 12:21:33 met de export van 09/11/2025 12:16:08