Met name door periodieke actualisering van de nota Reserves en Voorzieningen worden de reserves en de voorzieningen heroverwogen. Door de heroverweging zijn de reserves en voorzieningen verlaagd, opgeheven, samengevoegd, nieuw gevormd of in stand gelaten, waarbij vrijvallende bedragen zijn toegevoegd aan de algemene reserve. De reservepositie blijft onder druk staan, onder andere door een toename van de risico's van diverse openeinderegelingen die het Rijk bij de gemeenten heeft neergelegd. De gemeente Weert beschikt over twee soorten reserves, namelijk de algemene reserve en de bestemmingsreserves. De algemene reserve is door de raad vrij inzetbaar.
Aan de bestemmingsreserves is door de raad een specifieke bestemming toegekend. De belangrijkste bestemmingsreserves zijn voornamelijk bedoeld voor het in stand houden van het huidige voorzieningenniveau, met dien verstande dat in uiterste nood daaraan door de raad een bestemmingswijziging kan worden gegeven.
In het onderstaande overzicht wordt de stand van zaken gegeven.
Nr. | Reserve | Stand 1-1-2026 |
---|---|---|
1 | Algemene reserve (inclusief jaarrekeningresultaat 2024) | 20.170 |
2 | Algemene reserve weerstandsvermogen | 12.651 |
3 | Reserve risicobuffer Grondbedrijf | 8.700 |
Totaal weerstandsvermogen | 41.520 |
Toelichting
- Algemene reserve: deze reserve is in principe vrij besteedbaar en wordt gebruikt voor het opvangen van rekeningtekorten.
- Algemene reserve weerstandsvermogen: deze reserve is bedoeld voor het opvangen van onvoorziene uitgaven, voortvloeiend uit opkomende verplichtingen en calamiteiten, waarvan de omvang niet geraamd kan worden (risico's).
- Reserve risicobuffer Grondbedrijf: het doel van deze reserve is het opvangen van eventuele nadelen op grondexploitatiecomplexen. Cyclisch wordt de norm van de risicobuffer bepaald met behulp van de RISMAN-methode (een methode voor risicoanalyse en risicomanagement in projecten). In deze risico-inventarisatie worden zowel algemene als grondexploitatie specifieke risico’s meegenomen in de bepaling van de norm.
De inventarisatie van risico’s en benodigde weerstandscapaciteit wordt in de planning- en controlcyclus twee keer per jaar geactualiseerd, namelijk bij de jaarrekening en bij de begroting van het volgende jaar. Temeer omdat als gevolg van de vele onzekerheden (voortgang herstel economie, bezuinigingen, decentralisaties en herverdeling gemeentefonds) de mogelijkheid bestaat dat een groter beroep op de algemene reserve moet worden gedaan.
Bij de begroting wordt jaarlijks beoordeeld of de algemene reserve weerstandsvermogen in combinatie met de reserve risicobuffer Grondbedrijf voldoende is om de financiële impact van de geïnventariseerde risico's op te vangen. Als dit niet het geval is, wordt de algemene reserve weerstandsvermogen tot het benodigde bedrag aangevuld ten laste van de algemene reserve. Als bij deze beoordeling geconstateerd wordt dat de algemene reserve weerstandsvermogen te hoog is (hoger dan nodig is om aan de maximale score van 1,4 van voldoende te voldoen), dan vloeit het surplus terug naar de algemene reserve.
Hierdoor is duidelijk zichtbaar hoe hoog de vrij besteedbare algemene reserve nog is.