Rioolheffing 2026
In haar vergadering van 25 juni 2025 heeft de raad besloten om met ingang van 1 januari 2026 het programma GroenBlauw in werking te laten treden. Daarmee komt met ingang van diezelfde datum het herhaaldelijk verlengde Gemeentelijke Rioleringsplan 2017-2021 te vervallen.
Ter zake van de kostendekking rioolbeheer is daarbij door de raad tevens het besluit genomen om naast de jaarlijkse indexering (2026: 2,6%) tevens jaarlijks een nominale verhoging van het basistarief van € 5,00 toe te passen. Met ingang van 2028 bedraagt die jaarlijkse nominale verhoging dan
€ 10,00.
Afvalstoffenheffing 2026
Voor de afvalstoffenheffing en ook de reinigingsrechten geldt eveneens het uitgangspunt van maximaal 100% kostendekking. Om nu bij deze heffingen voor 2026 de 100% kostendekking te behouden kan worden volstaan met een indexering van 1,4%. Een voor 2026 beoogde algehele indexering met 2,6% blijft hier dan achterwege.
Precariobelastingen 2026
De gemeente streeft voor de toekomst naar een sober, duurzaam en robuust belastingpalet. Dit vertaalt zich concreet in een optimaal te benutten belastingareaal, in stabiele en nauwkeurig voorspelbare belastingopbrengsten en in een afname van fout- en fraudegevoeligheid tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten van bestandsbeheer en het heffen en innen van belastingen (de zogenaamde perceptiekosten). Uitgangspunt daarbij is dat in verhouding tot de opbrengsten de perceptiekosten niet te hoog mogen zijn, tenzij met de belasting nadrukkelijk andere doelen worden nagestreefd die hoge perceptiekosten rechtvaardigen. Bij de precariobelastingen is dit uitgangspunt opportuun.
Want voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond kan een precariobelasting worden geheven (begroting 2026: € 62.000 en jaarrekening 2024: € 89.000). Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen vaste precariobelasting en tijdelijke precariobelasting.
Verreweg het merendeel van de opbrengst betreft vaste precariobelasting. Deze wordt opgebracht vanuit de terrassen en uitstallingen in de Weerter binnenstad. Deze vaste precariobelasting wordt door Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW) geheven en geïnd. De perceptiekosten (kosten ven het heffen en innen) hiervan bedragen € 4.000 en zijn dus relatief gering. Dit komt met name omdat deze belastingobjecten een vrij permanent karakter hebben en dat BsGW dit met toepassing van het gecombineerde aanslagbiljet (met o.a. de Waardering Onroerende Zaken (WOZ)/Onroerendezaakbelasting (OZB) en de rioolheffing) nagenoeg geheel geautomatiseerd kan uitvoeren.
De tijdelijke precariobelasting is echter een belasting die, bij het streven naar een optimale benutting van het aanwezige heffingsareaal, ten opzichte van de opbrengst relatief hoge perceptiekosten (met name vanwege bestandsbeheer) met zich meebrengt. Deze belastingobjecten (voorwerpen op of boven gemeentegrond, zoals bouwcontainers en opslag bouwmaterialen, tijdelijke standplaatsen, schaftketens, reclameborden e.d.) zijn verplaatsbaar, vervangbaar of anderszins aan wijzigingen onderhevig: kortom vluchtig. Dat betekent dat er jaarlijks bestandscontroles zouden moeten plaatsvinden. Deze vluchtigheid maakt ook het vooraf begroten van de opbrengst tijdelijke precariobelastingen lastig. De perceptiekosten tijdelijke precariobelasting worden geraamd op € 10.000 (vanwege veel handmatig werk op individueel dossierniveau) en zijn daarmee ten opzichte van de opbrengst relatief hoog.
Alles overwegende wordt evenwel voorgesteld deze belasting voor 2026 te handhaven en daarbij de tarieven met 2,6% te indexeren.
Graf- en begraafrechten 2026
De gemeente heeft een wettelijke taak als het gaat om het ter beschikking stellen van begraafplaatsen. Vanwege de exploitatie en het onderhoud van de gemeentelijke begraafplaats en de overige daaraan verbonden dienstverlening brengt de gemeente graf- en begraafrechten bij de aanvragers in rekening. Dit is een fiscale heffing, waarbij geldt dat ook hier het beginsel van maximaal 100% kostendekking van toepassing is. Eerder bij de begroting 2025 had er al een herijking van de kosten en de tarieven voor de gemeentelijke begraafplaats plaatsgevonden. Dit zal voor de begroting 2026 wederom het geval zijn. De grafdelvingen c.a. worden in opdracht van de gemeente uitgevoerd door een externe partij. Na een nieuw en inmiddels afgerond offertetraject worden de tarieven begraafrechten 2026 ten behoud van de volledige kostendekking dan ook met meer dan de index van 2,6% verhoogd.
Synchronisatie kostenverdeelmethodiek BsGW en interne kostenverdeelmethodiek 2026 e.v.
Eerder in de begroting 2025 van BsGW is voor het eerst de nieuwe kostenverdeelmethodiek (KVM) voor de berekening van de gemeentelijke bijdragen toegepast. Bij de nieuwe KVM worden de kosten toebedeeld aan de grote primaire belastingprocessen (heffen, innen en WOZ-waarderen). Wat opvalt is dat er ten opzichte van de oude KVM veel meer kosten aan het proces WOZ-waarderen (ten behoeve van de OZB) zijn toebedeeld. Al deze kosten zijn zogenaamde perceptiekosten die dan weer de jaarlijkse gemeentelijke bijdrage aan BsGW vormen. Deze perceptiekosten worden voor zover het afvalstoffen en riolering betreft, verdisconteerd in de tarieven afvalstoffenheffing en in de mutatie in de voorziening riolering. De overige perceptiekosten komen ten laste van de algemene middelen. In de begroting 2026 is de toerekening van de bijdrage aan BsGW aan taakvelden in de gemeentelijke begroting gebaseerd op de nieuwe kostenverdeelmethodiek van BsGW. De financiële gevolgen hiervan zijn ook verwerkt in de begroting 2026.
Bedrijveninvesteringszone (BIZ) ondernemers Weerter binnenstad
De huidige BIZ ondernemers Weerter binnenstad eindigt op 31 december 2026. Het is een mogelijkheid om in de loop van 2026 deze BIZ voor de jaren 2027-2031 te prolongeren. Dit vergt uiteraard weer bestuurlijke besluitvorming doch het initiatief daartoe ligt bij de ondernemers Weerter binnenstad.