Onder de naam parkeerbelastingen worden de volgende belastingen geheven:
- een belasting voor het parkeren van een voertuig op daartoe aangewezen gemeentelijke parkeerplaatsen;
- een belasting voor door de gemeente uitgegeven parkeerabonnementen.
Het niet voldoen van de parkeerbelasting bij een parkeerplaats levert een naheffingsaanslag parkeerbelastingen met een kostenopslag op.
Ook de tarieven parkeren in parkeergarages, tarieven parkeren op parkeerterreinen en parkeren op straat worden voor 2026 in beginsel ook met 2,6% geïndexeerd. Deze tarieven moeten vanwege de instellingen van de betaalautomaten echter wel op een ronde € 0,10 worden berekend. Met een index van 2,6% zou dan het uurtarief met €0,04 moeten worden verhoogd. Daarom indexeren wij deze tarieven doorgaans eens per twee jaren. Daarmee blijven voor 2026 het uurtarief € 1,70 en het dagtarief € 6,60 ten opzichte van 2025 ongewijzigd.
Indien geen of onvoldoende parkeerbelasting is voldaan bij het innemen van een gemeentelijke parkeerplaats, kan een naheffingsaanslag parkeerbelasting worden opgelegd. Bij het opleggen van een naheffingsaanslag worden naast de alsnog verschuldigde parkeerbelasting ook wettelijk gemaximeerde kosten in rekening gebracht.
Voor 2026 bedraagt deze wettelijke kostenopslag € 82,00 (2025: € 78,80).
Voor het in rekening mogen brengen van deze kostenopslag moet vooraf in de begroting worden aangetoond dat hier de maximaal 100% kostendekkingsnorm niet wordt overschreden. Daartoe dient onderstaand overzicht:
Parkeerbelasting 2026 | Kosten naheffingsaanslagen 2026 |
---|---|
Loonkosten 2026 | 80 |
Overhead 53% | 43 |
Perceptiekosten BSGW 2026 | 19 |
Totaal | 142 |
Raming aantal naheffingsaanslagen | 800 |
Kosten per naheffingsaanslag 2026 | 177 |