Gemeentelijke fiscale woonlasten
De gemeentelijk fiscale woonlasten zijn gedefinieerd in het samenstel van de OZB voor woningen, de rioolheffing voor woningen en de afvalstoffenheffing (particuliere huishoudens).
Uitgangspunt in het coalitieprogramma is dat de Weerter fiscale woonlasten in beginsel niet meer stijgen dan de inflatie. De tarieven worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de uitgangspunten van de begroting 2026, zoals deze zijn opgenomen in de kadernota 2026. Voor 2026 wordt hier een index van 2,6% toegepast.
Voor de OZB woningen geldt verder dat WOZ-waardestijgingen worden gecompenseerd door evenredige verlaging van het OZB tarief woningen. Voor de rioolheffing en de afvalstoffenheffing geldt bovendien het wettelijke vereiste van maximaal 100% kostendekking.
Bij het vaststellen van de begroting wordt de gemeentelijke fiscale woonlastendruk gemeten. Wij doen dit met behulp van de Atlas van de lokale lasten welke gepubliceerd wordt door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO). Hierin zijn de gemeentelijke fiscale woonlasten en de daaraan gekoppelde woonlastendruk van alle Nederlandse gemeenten opgenomen. Tevens wordt daarbij een rangorde (laag-hoog) aangegeven. In de meest recente COELO Atlas 2025 staat de gemeente Weert op de 118e plaats (waarbij de gemeente op de 1e plaats de laagste en de gemeente op de 346e plaats de hoogste gemeentelijke fiscale woonlasten kent).
Bedragen in € per jaar per huishouden | OZB | Rioolheffing | Afvalstoffenheffing meerpersoons huishouden | Totaal |
---|---|---|---|---|
2023 | 299 | 215 | 318 | 832 |
2024 | 310 | 216 | 334 | 860 |
2025 | 319 | 231 | 363 | 913 |
2026 | 327 | 242 | 368 | 937 |