Paragrafen

Bedrijfsvoering

Personeel
Grote (maatschappelijke) opgaven zijn van invloed op de gewenste talenten en vragen om voortdurende ontwikkeling en wendbaarheid van onze medewerkers. Om dit mogelijk te maken versterken we onze organisatie met collectief leiderschap, de samenwerking vanuit logische teams en een leeraanbod dat aansluit op deze opgaven.

In de krappe arbeidsmarkt blijft het vinden van nieuwe medewerkers en hen binden en boeien uitdagend. Daarnaast zal de komende vijf jaren ruim 20% van onze collega’s uitstromen vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Dit vraagt om een intensieve en innovatieve arbeidsmarktbenadering. Ook verkennen we of, indien mogelijk samen met werkgevers in de regio, nieuwe vormen van talent kunnen aantrekken en ontwikkelen, zoals trainees, stagiaires en flexibele (project)medewerkers.

Het is en blijft belangrijk om te investeren in het zijn van een aantrekkelijke en vitale organisatie voor zowel huidige en toekomstige medewerkers. Het beheersen en monitoren van de werkdruk is daarbij essentieel om duurzame inzetbaarheid van medewerkers te waarborgen, evenals het bieden van marktconforme arbeidsvoorwaarden.

Informatie
Digitale informatievoorziening en dienstverlening
Inwoners, ondernemers en onze ketenpartners moeten van de betrouwbaarheid van onze informatie kunnen uitgaan. In de gemeentelijke bedrijfsvoering hebben we de nodige maatregelen genomen om grip te houden op de kwaliteit van deze informatie met de inzet van de juiste systemen en het maken van goede afspraken en procedures. Hiermee is werken onder architectuur geïntroduceerd, waarvan de belangrijkste basisprincipes worden ingevoerd. Dit proces is nog lopende, waarbij specifiek gekeken gaat worden naar de processen en verbeteringen hierop.

Digitale vaardigheden
De introductie van digitale systemen en het omgaan met digitale informatie vergen andere vaardigheden. Daarom geven we op dit moment uitgebreide, laagdrempelige instructies aan medewerkers bij nieuwe digitale werkwijzen. Daarnaast is er aandacht voor de adoptie van de nieuw te gebruiken systemen. Dit borgen wij ook in het onboardingsproces voor nieuwe medewerkers.  

Informatiebeveiliging
Gemeenten worden steeds meer geconfronteerd met kwesties rondom digitale veiligheid. De eisen waar wij aan moeten voldoen worden steeds strikter. We hebben uitvoering gegeven aan de extra taken die voortkomen uit de Network and Information Security directive (Nis2) en hebben dat deel structureel geborgd. We hebben een inhaalslag gemaakt op de wettelijke verplichting vanuit de Wpg (Wet politiegegevens). Wel zullen de daaruit voorkomende taken nog structureel geborgd moeten worden in de formatie.

Overig
Sturen op effecten
In de kadernota wordt aangegeven dat we met 'Sturen op effecten' aan het begin van een nieuwe fase staan. In de eerste fase wordt onze strategische visie vastgesteld. Deze visie hebben we vertaald naar effecten, doelen en resultaten om de borging en uitvoering hiervan en de sturing hierop binnen de gemeentelijke organisatie mogelijk te maken. De volgende fase bestaat uit het monitoren van de behaalde resultaten, doelen en effecten. Hiervoor is het van belang om over goede meetindicatoren te beschikken.

In de kadernota is een volgende stap gezet naar een betere meetbaarheid van onze effecten. De effectindicatoren in de kadernota 2026 vormen een eerste aanzet daartoe. We hebben daarbij ook aangegeven dat de indicatoren nog niet volledig op het niveau zijn dat we nastreven en dat er nog veel werk verzet moet worden om dit niveau te bereiken. Effecten vormen een bijzonder en soms ook complex onderdeel van de doelenboom. In die zin dat we als gemeentelijke organisatie weten dat er - buiten onze invloed- meer factoren zijn die de ontwikkeling van deze effecten beïnvloeden. Dit maakt de meetbaarheid van de effecten dan ook tot een uitdaging. Het is daarom van groot belang om ook voor de meting van de effecten een zorgvuldig proces te doorlopen. Immers, de uiteindelijke impact van ons handelen is wat we graag 'meetbaar' terug willen zien in de maatschappij.

Doelen en ambities
De meetindicatoren van de doelen en resultaten zijn terug te vinden in de onderliggende begroting. Zoals al eerder aangegeven zijn van de effecten doelen afgeleid. Deze gaan over een beweging (toename, vermindering, meer, minder etc.) en beschrijven wat we op middellange termijn (circa 2-3 jaar) willen bereiken. Ten opzichte van 2025 zijn de doelen, op basis van actualiteit, opnieuw tegen het licht gehouden. Dit heeft erin geresulteerd dat doelen mogelijk zijn geschrapt, vernieuwd dan wel dat er nieuwe doelen zijn opgevoerd.

In deze begroting zijn deze doelen verder uitgewerkt naar resultaten die we in 2026 willen behalen. Aan de resultaten zijn in hoofdzaak ook de prioriteiten gekoppeld, waarover bij het vaststellen van de onderliggende begroting besluitvorming plaatsvindt. De haalbaarheid binnen de financiële en personele kaders is bij het opstellen van de begroting afgewogen.

Check en act
De focus van het traject 'Sturen op effecten' richt zich ook in 2026 voornamelijk op de check- en act-fase van de Plan Do Check Act (PDCA) (lees: stuur)-cyclus. Nu medewerkers meegenomen zijn in het werken met een doelenboom, de methodiek verwerkt is in de raads- en collegevoorstellen en organisatiebrede effecten zijn opgesteld, verschuift de aandacht naar het meten, monitoren en bijsturen van beleid. Door de voortgang te monitoren weten we namelijk beter of de activiteiten ook leiden tot gewenste veranderingen en effecten. Op basis hiervan is het vervolgens mogelijk om (tijdig) de koers bij te stellen. Medewerkers worden hierin opnieuw meegenomen en opgeleid. Daarnaast wensen we in 2026 organisatiebreed tot verbeterde effectindicatoren te komen.

Een laatste opmerking. De meerwaarde van 'Sturen op effecten' zit vooral in de concrete samenhang tussen effect, doel en resultaat en de directe koppeling aan beleidsindicatoren. Daarbij is het zo, dat niet alle beleidsterreinen makkelijk in beleidsindicatoren te vangen zijn. Zo zijn de doelen in het sociaal domein bijvoorbeeld veelomvattend en grotendeels afhankelijk van keuzes die mensen zelf maken. De gemeente heeft voortdurend een rol in het stimuleren en faciliteren van gedrag en richt zich dus vooral op het scheppen van voorwaarden en het bieden van ondersteuning. Ook voor deze beleidsterreinen zullen wij ons de komende jaren blijven inspannen om meten en monitoren mogelijk te maken. Maar dan nog zal het zo zijn, dat niet alles meetbaar te maken is of dat de kosten daarvan te hoog zijn.

Deze pagina is gebouwd op 09/11/2025 12:21:33 met de export van 09/11/2025 12:16:08