Autorisatie
In de begroting 2026 zijn de salarislasten verwerkt per programma (en op overhead). De raad
autoriseert de totale baten en lasten per programma, op basis van artikel 5 lid 1 van de financiële
verordening (vastgesteld in uw vergadering van 2 juni 2021). Impliciet geldt daarmee dat het
college de bevoegdheid heeft voor de uitvoering én besteding van deze totale lasten (inclusief
mutaties en verschuivingen binnen de programma’s). Om praktische redenen kunnen, op basis van artikel 5 lid 7 van de financiële verordening, budgetneutrale begrotingswijzigingen van personele budgetten over de programma’s heen zonder goedkeuring van de raad verwerkt worden.
Procesmatig
De salarislasten worden conform het BBV voor de primaire taken globaal toegerekend aan de diverse taakvelden binnen een programma. Ze zijn daar onderdeel van de totale lasten. De salarislasten van de ondersteunende taken worden conform het BBV toegerekend aan het onderdeel Overhead.
Er is gekozen om de salarislasten inclusief inhuur centraal toe te lichten om veel dubbele teksten in de programma’s te voorkomen.
Financieel
De totale omvang van de personele lasten is € 360.000 lager dan de bijgestelde begroting 2025. Hiervoor zijn meerdere redenen:
- De CAO loopt van 1 april 2025 tot en met 31 maart 2027. In de personele begroting is uitgegaan van de geldende CAO. Hierdoor zijn de personele lasten in 2026 hoger dan de bijgestelde begroting 2025.
- Bij de begroting 2024 en 2025 zijn incidentele prioriteiten goedgekeurd voor formatie die liep tot en met 2025. Hierdoor zijn de lasten lager in 2026.
- In 2025 zijn diverse budgetten voor personele lasten in verband met projecten opgehoogd. Deze zijn niet opgenomen in 2026. Hierdoor zijn de personele lasten lager in 2026.